Afgelopen maandag was het de deadline voor Amerikaanse aanbieders van kabel, DSL, VoIP, breedband over elektriciteit, satelliet internet en verschillende universiteiten om hun netwerk op de aftapapparatuur van de FBI aan te sluiten.
Onder de Communications Assistance for Law Enforcement Act (CALEA) zijn alle internet en telecomaanbieders aftapplichtig. De wet werd in 1994 door het congres aangenomen om het makkelijker voor de FBI te maken om telecomaanbieders af te tappen.
De wet was alleen gericht op telefoonverkeer, maar in 2002 maakte het ministerie van justitie duidelijk dat ze die ook voor het internet wilde gebruiken. Ondanks dat een federale rechter het er niet mee eens was, waren twee andere dit wel, waardoor de wet werd aangepast.
Volgens voorstanders zorgen de nieuwe verplichtingen er niet voor dat de juridische eisen voor het aftappen veranderen, en daarvoor het aantal afgetapte Amerikanen niet zal toenemen. “Dat klopt natuurlijk niet. Het aftappen eenvoudiger maken zorgt ervoor dat inlichtingendiensten en politie het ouderwetse politiewerk zullen verruilen voor spionage,” zegt beveiligingsexpert Kevin Poulsen. (Hij is mijn held, maar dat is een ander verhaal)