Wat is ISDN?
ISDN staat voor “Integrated Services Digital Network”. ISDN is feitelijk het laatste stapje in de digitalisering van het telefoonnet. Centrales onderling werken al tijden digitaal, ISDN maakt het volledig met een digitale link van de centrale naar de consument. In de praktijk komt het er op neer dat ISDN een gedigitaliseerde versie is van het huidige telefoonnetwerk. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande telefoonlijnen en centrales. Het zal vrijwel nooit nodig zijn om nieuwe kabels aan te leggen, de oude bekabeling kan gewoon gebruikt worden.
Er zijn een aantal soorten ISDN, maar in deze FAQ hebben we het uitsluitend over Euro-ISDN. Dit is de belangrijkste standaard, zeker voor Europa. Het is in vrijwel alle gevallen mogelijk om met Euro-ISDN te bellen naar een andere ISDN standaard (dit hoeft dus niet per se Euro-ISDN te zijn).
De standaarden zijn namelijk op hardware niveau hetzelfde. Bij ISDN zijn de begrippen ‘aansluiting’ (de eigenlijke fysieke lijn), ‘kanaal’ (waarmee een verbinding opgebouwd kan worden) en ‘nummer’ (je telefoonnummer) NIET meer hetzelfde. Er zijn diverse mogelijkheden en combinaties denkbaar. Zo kun je bijvoorbeeld met 1 aansluiting over 2 kanalen en 1 tot 8 telefoonnummers beschikken.
Wat is er met ISDN mogelijk?
Een ISDN aansluiting bestaat uit meerdere kanalen. Deze kanalen kunnen gelijktijdig gebruikt worden. Bij een normale ISDN aansluiting is het aantal kanalen 2. Dit zijn 2 B-kanalen van 64 kbps (kilobit per seconde) en 1 D-kanaal van 16 kbps. Dit laatste kanaal wordt gebruikt voor alle stuursignalen (bv. het opbouwen van een verbinding). Het opbouwen van een verbinding gaat zeer snel, veelal binnen 1-2 seconden. Er is tevens een ISDN-30 aansluiting mogelijk met 30 B-kanalen. Deze ISDN-30 aansluiting heeft dan een D-kanaal van 64 kbps voor de stuursignalen. ISDN zorgt ervoor dat alleen gelijksoortige apparaten met elkaar in contact komen. Dus als er een data call binnenkomt, dan zal deze alleen bij een apparaat uitkomen wat die data call kan ontvangen en niet bij een gewoon telefoontoestel. Het is dus overbodig om een aparte aansluiting te hebben voor spraak, beeld, data en fax verkeer.
Alles kan via een aansluiting bereikt worden, zonder gebruik te maken van fax-selectors en dergelijke apparaten. Door de hoge kwaliteit en hoge snelheid van ISDN is de kwaliteit van een spraakverbinding ook beter, dus een zuiver geluid zonder achtergrondruis. Bij datacommunicatie betekent dit een snelheid van 64.000 bps (dus maximaal 8000 CPS in BEIDE richtingen tegelijkertijd) en bij fax ook nog eens de mogelijkheid voor een hogere resolutie (Group IV FAX).
Tot slot is er ook nog bounding mogelijk. Hiermee worden 2 of meer B-kanalen aan elkaar gekoppeld om zo een hogere transmissiesnelheid te verkrijgen. Het koppelen van 2 B-kanalen levert bv. een snelheid op van 128 kbps (in beide richtingen). Uiteraard wordt er tevens betaald voor 2 openstaande verbindingen.
Waar is ISDN beschikbaar?
In een hoop landen op de wereld is ISDN beschikbaar. De landen die verderop in deze alinea genoemd worden beschikken vanzelfsprekend over ISDN. Dit is tevens een overzicht van landen waar men het verst is op het gebied van ISDN. In West-Europa is Euro-ISDN de standaard, de meeste andere landen gebruiken een andere standaard. Voor het contact leggen
tussen deze verschillende standaarden is dit (over het algemeen) echter geen probleem.
Er zijn verbindingen mogelijk met o.a. Australie, Belgie, Canada, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannie (BT en
Mercury), Hong Kong, Ierland, Israel, Italie, Japan (IDC, ITJ en KDD), Luxemburg, Moskou (Combelga), Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Singapore, Spanje, Verenigde Staten (AT&T, MCI en US Sprint), Zuid-Afrika, Zweden en Zwitserland.
Begin 1989 werd IDN ingevoerd. In 1991 werd ISDN in de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) geintroduceerd. Sinds 1 juni 1993 beschikken alle gebieden met een 3-cijferig netnummer over ISDN. Vanaf 1 januari 1996 is in heel Nederland een ISDN-aansluiting mogelijk. Volgens KPN Telecom waren er eind juli 15.000 ISDN-2 aansluitingen en 1.100 ISDN-30 aansluitingen. De groei van het aantal ISDN-2 aansluitingen eind juli was ongeveer 1.500 per maand.
Gerekend naar het aantal B-kanalen wat hiermee gemoeid is, bedraagt het marktsegment van ISDN in Nederland ongeveer 0.8% (bij 8 miljoen telefoonaansluitingen).
Voor wie is ISDN bedoeld?
De primaire doelgroep van KPN Telecom was voorheen de zakelijke markt. In de loop van 1995 is een verschuiving waargenomen naar de particuliere markt. Er komen steeds meer interessante produkten voor de particuliere markt, zoals goedkope ISDN-telefoons en PC-kaarten. Ook KPN Telecom is bezig met het ontwikkelen en op de markt brengen van dit soort produkten en pakketten.
De mogelijkheden van ISDN
Wat voor aanvullende diensten zijn er?
Nummeridentificatie. Zo kun je het nummer van diegene die opbelt aflezen in een display op het telefoontoestel. Verder bevat deze groep ook nog de mogelijkheid tot Toestelwisseling. Zo kan een telefoontoestel verplaatst worden naar een ander aansluitpunt, zonder dat de verbinding verbroken zal worden. Tot slot is er de mogelijkheid om 06- koopnummers te blokkeren die eveneens tot dit gratis pakket behoort. Oproepaankondiging. Als je reeds in gesprek bent, verschijnt er een mededeling op het display als er nog een gesprek binnenkomt. Bij deze dienst hoort tevens de mogelijkheid om een gesprek þin de wacht te zettenþ en de mogelijkheid om een gesprek door te schakelen.
Het is mogelijk om voor elk apparaat dat aangesloten is op een ISDN aansluiting een apart toegangsnummer te verkrijgen. Dit zijn zogenaamde extra ISDN-nummers ofwel MSNþs (Multiple Subscriber Number)s. Een MSN is niet gekoppeld aan een apparaat, je kunt meerdere apparaten op een bepaalde MSN laten reageren en apparaten op meer dan 1 MSN laten reageren.
Hoe werkt CLIP?
CLIP (ook wel CallerID genoemd) op ISDN werkt prima, zonder problemen. Vroeger werkte het alleen tussen ISDN-ISDN verbindingen, maar dat is al lang geleden.
Als het nummer opgegeven is als geheim nummer (ook niet bij 06-8008 opvraagbaar), wordt jouw nummer nooit doorgegeven en kun je dit niet zelf meer aanzetten. Als het nummer normaal wel doorgegeven wordt aan de gebelde, is dit altijd tijdelijk uit te schakelen. Wil je anoniem blijven, dan is dit dus ten allen tijden mogelijk.
ISDN Voeding
Normaal dienen alle ISDN-randapparaten voor hun eigen voeding te zorgen. Een aantal (duurdere) ISDN-telefoons hebben echter de mogelijkheid om gebruik te maken van de 420mW die het ISDN-netwerk levert. Deze dient vooral als noodvoorziening bij stroomuitval, zodat dringende (nood)oproepen gemaakt kunnen worden.
Problemen met ISDN
De meeste problemen met ISDN zijn inmiddels opgelost. In de jaren 90 waren erg veel problemen aanwezig met een ISDN aansluiting, maar tegenwoordig is dat niet meer relevant gezien de kennis en de technologie ver gevorderd is hiermee.
Hoe ziet een ISDN aansluiting eruit?
Over het algemeen kan er gebruik worden gemaakt van de bestaande kabels. Indien de capaciteit van de bekabeling te klein is, moeten er uiteraard kabels bij gelegd worden (dus geen coax of fiber is nodig, dit kan echter wel).
ISDN-2 aansluiting met 2 kanalen loopt gewoon over 1 koperpaar, net als een analoge telefoonaansluiting. Bij binnenkomst van de buitenkabel wordt er een Network Termination 1 (kortweg NT1) op aangesloten. Dit apparaat is als het ware de interface voor het telefoonnetwerk. Op de nieuwe NT1’s (type IAS-415) zitten een tweetal LEDs die aangeven of er spanning staat op de lijn en of er een externe voeding actief is. De NT1 heeft een S-bus waar maximaal 8 apparaten (ook wel terminals genoemd) op aangesloten kunnen worden. Deze apparaten kunnen dan van alle aanwezige B-kanalen gebruik maken (in het geval van een ISDN-2 aansluiting dus 2).
Sommige werkstations (o.a. van SGI, SPARCen AXIL) hebben zelfs een standaard ISDN-aansluiting. Verder zijn er nog PCMCIA kaarten (type II) op de markt waarmee vooral laptops kunnen profiteren van ISDN. Inmiddels zijn er al TA’s verkrijgbaar welke worden aangesloten via de parallelle printerpoort.
Een ISDN-30 aansluiting ziet er heel anders uit. Hier komen over het algemeen 2 kabelparen aan bij een PABX (telefooncentrale). Op deze PABX kunnen dan ISDN- en vaak ook analoge apparaten aangesloten worden.
Wat is een CAPI FOSSIL?
ISDN Common Application Program Interface is een uitvinding afkomstig uit Duitsland. Bij alle ISDN kaarten worden drivers geleverd die er aan de bovenkant hetzelfde uitzien, dus elk stukje software wat voor de CAPI is geschreven kan met deze kaarten overweg. Er zijn fossil drivers voor zowel DOS als OS/2. De populairste fossils zijn cFos en cFos/2 (voor respectievelijk DOS en OS/2). Een Windows 95 versie is in de maak. Deze software is op veel BBS-en verkrijgbaar. Een CAPI FOSSIL ziet er aan de bovenkant uit als een FOSSIL+modem (naar de applicatie toe), en aan de onderkant communiceert de driver met de CAPI. ISDN kaarten hebben nl. GEEN comporten en werken ook NIET met modem commando’s.
De CAPi FOSSIL emuleert dus een modem zodat de meeste programmaþs hiermee overweg kunnen. Bij Creatix en Teles produkten wordt inmiddels cFos/Plus standaard meegeleverd. Hiervoor is geen registratie mer nodig. cFos/Plus heeft ten opzichte van de /Pro versie (geregistreerd) slechts een aantal
beperkingen, welke in de meeste gevallen overkomelijk zijn, waardoor aanvullende kosten inzake de registratie van cFos uitblijven.
Wat voor oproepcodes zijn er voor CAPI 1.1?
Als er een oproep binnenkomt op een ISDN-aansluiting, wordt er altijd een code meegestuurd. Dit zijn de codes zoals ze in de CAPI 1.1a gespecificeerd zijn.
0 Beeldtelefoon
1 Gewone spraak
2 a/b diensten
3 X.21 diensten
4 Telefax Group IV
5 Bildschirmtext (BTX, 64 kbps) Duits speeltje
6 –
7 Data (64 kbits/s)
8 X.25 diensten
9 Teletex 64
10 Mixed Mode
11 –
12 –
13 Telewerken
14 ‘Grafiktelefondienst’
15 BTX (nieuwe standaard)
Oproepcode 2 zijn de analoge diensten. Dus je analoge telefoons en modems komen binnen via deze oproepcode.
Veel gebruikte afkortingen en termen
ISDN: Integrated Services Digital Network, het digitale telefoonnetwerk.
A/B adapter: Deze adapter kun je gebruiken om oude analoge apparatuur aan de ISDN-aansluiting te hangen. De meeste A/B adapters hebben de beschikking over twee poorten, zodat er twee verschillende apparaten op aangesloten kunnen worden. Elk van deze poorten is vaak apart te programmeren.
POTS: Plain Old Telephone Service, dus een andere term voor het oude telefoonnetwerk.
TE: Terminal Equipment, dat is een op zichzelf staand apparaat dat je op de S-bus kan aansluiten. Bijvoorbeeld een ISDN telefoon.
S-Bus: Dat is je eigenlijk ISDN-aansluiting. Hierop kun je maximaal 8 apparaten aansluiten.
MSN: Multiple Subscriber Number. Ook wel ‘extra ISDN-nummer’ genoemd. Hiermee kun je een of meerdere apparaten laten reageren op een bepaald telefoonnummer (of niet natuurlijk).
ATM Asynchronous Transfer Mode (met een hoge capaciteit). Snelheden liggen tussen de ongeveer 1 Mb/s en enkele Gb/s. Een van de mogelijkheden van ATM is om dit te gebruiken om breedband-ISDN over te vervoeren.
NT1 Network Termination 1. Dit is een kastje wat tegen de muur zit. Het is als het ware de interface naar het telefoonnet. Er gaat een kabel van PTT Telecom in en er komt een aansluitpunt voor ISDN-apparaten uit.
PSTN : Public Switched Telephone Network, hetzelfde als POTS.
[hcshort id=”5″]
4 comments
Pingback: KPN heeft VoIP probleem onder controle | Watdoenwijmet
Pingback: Ook de ADSL van KPN verhuizen? | Watdoenwijmet
Pingback: Last van Ruis op de Telefoonlijn zodra ADSL aanstaan? | Watdoenwijmet
Pingback: ADSL2 Wat moet je ermee? | Watdoenwijmet