Wat doen wij met: Incassobureaus

Wat doen wij met Incassobureaus?

Eind 2015 waarschuwde de Autoriteit Consument & Markt (ACM) dat incassobureaus de consumenten vaak confronteren met onterechte (soms verjaarde) vorderingen en hoge incassokosten. Hierbij maken deze incassobureaus ook nog eens gebruik van onterechte maatregelen om de consumenten onder druk te zetten zodat zij de rekening alsnog betalen. Uit het rapport van Autoriteit Consument & Markt blijkt tevens dat de betreffende vorderingen onduidelijk en oncontroleerbaar zijn. Hierbij schermen de incassobureaus met maatregelen zoals beslaglegging op de bankrekening of gedwongen verkoop van de inboedel. Maatregelen waartoe de incassobureaus niet eens bevoegd zijn. Vaak blijkt het te gaan om vorderingen aan mensen met een lager inkomen en een problematische schuldenlast. Om deze problematiek rond de incassobureaus zullen beide toezichthouders Autoriteit Consument & Markt en Autoriteit Financiële Markten (AFM) nauw moeten gaan samenwerken.

Wetsvoorstel

De Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen (NVI), de branchevereniging van incassobureaus, heeft het rapport van Autoriteit Consument & Mark als “verontrustend” betiteld. De NVI is voor een duidelijke wetgeving omdat een groot aantal incassobureaus zich niet kan of wil kwalificeren voor het Incasso Keurmerk. Het feit dat incassobureaus de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (Wik) niet altijd goed toepassen blijkt een doorn in het oog van de NVI te zijn. Bij het aanpakken van deze wanpraktijken gaat het niet alleen om incassobureaus maar zeker ook om de opdrachtgevers van incasso’s. Het NVI, dat alleen invloed kan uitoefenen bij zijn eigen leden, zal intern onderzoeken hoe incassotrajecten beter uitgevoerd kunnen worden. De samenwerking tussen de toezichthouders ACM en AFM, de branchevereniging NVI en het ministerie van Economische Zaken zal tot een nieuw wetsvoorstel moeten leiden zodat men hogere eisen aan incassobureaus kan stellen. Bij invoering van een nieuw wettelijk kader zullen de toezichthouders ook meer mogelijkheden moeten krijgen om tegen de twijfelachtige incassopraktijken op te treden.

Incassokosten:

Op 1 juli 2012 zijn er nieuwe wettelijke regels ingevoerd met betrekking tot de maximale hoogte van buitengerechtelijke incassokosten. Hierbij is de maximale hoogte van de incassokosten afhankelijk van de hoogte van de oorspronkelijke vordering. In deze wetgeving is een minimumbedrag van 40 Euro voor incassokosten opgenomen. Wat betreft de incassokosten ten opzichte van de oorspronkelijke vordering dienen incassobureaus zich aan een staffel te houden. Bij incasso’s tot 2.500 Euro mag maximaal 15 procent aan incassokosten in rekening gebracht worden. Bij een bedrag tussen de 2,500 en 5.000 Euro is dit 10 procent en bij een bedrag tussen de 5.000 en 10.000 Euro mag maximaal 5 procent aan incassokosten in rekening gebracht worden. Tenslotte mag bij een bedrag tussen de 10.000 en de 190.000 Euro maximaal 1 procent in rekening worden gebracht en bij bedragen boven de 200.000 Euro 0,5 procent tot een maximumbedrag van 6.775 Euro aan incassokosten. Hiernaast zijn er ook regels voor het doorberekenen van incassokosten. Men moet bijvoorbeeld te laat zijn met het betalen van de rekening, over de openstaande rekening moet eerst een aanmaning zijn ontvangen en men heeft niet binnen 14 dagen na de aanmaning betaald. Naast de incassokosten mag men ook de wettelijke rente over het openstaande bedrag in rekening brengen. Deze renten mag niet berekend worden over de incassokosten. Naast deze kosten mag het incassobureau en de schuldeiser geen extra kosten zoals administratiekosten en aanmaningskosten in rekening brengen.

Dwangmaatregelen:

Een incassobureau mag namens de schuldeiser alleen brieven verzenden waarin zij de schuldenaar aandringen op betaling van de vordering. Zij hebben geen wettelijke status en kunnen daarom geen gebruik maken van dwangmiddelen zoals beslaglegging en verkoop van de inboedel. Omdat er geen wettelijke vereisten bestaan kan iedereen een incassobureau beginnen. Deze situatie is geheel anders als men te maken heeft met een gerechtsdeurwaarder. Een gerechtsdeurwaarder heeft als openbaar ambtenaar een wettelijke status en kan hierdoor beschikken over wettelijke dwangmiddelen. Als de gerechtsdeurwaarder over een vonnis van de rechtbank te beschikt heeft hij de mogelijkheid om mensen te dagvaarden, kan hij officiële stukken betekenen, kan hij een akte ter constatering opstellen en kan hij executoriale maatregelen nemen. Kortweg heeft een gerechtsdeurwaarder ten opzichte van een incassobureau meer wettelijke mogelijkheden om dwang uit te oefenen op de schuldenaar. Vergeleken met de gerechtsdeurwaarder kan men incassobureaus eigenlijk betitelen als een veredeld postkantoor! Als men twijfelt over de status van een gerechtsdeurwaarder kan men dit controleren op de site van registergerechtsdeurwaarders.nl.

Faillissementen:

Sinds mei 2013, het hoogtepunt voor wat betreft het aantal uitgesproken faillissementen, is er een dalende trend waar te nemen. Het aantal uitgesproken faillissementen bereikte in augustus 2015 het laagste niveau sinds oktober 2008. Echter in juni 2016 is er na een lange tijd van daling weer een toename te constateren in het aantal uitgesproken faillissementen (378). Vooral bedrijven die actief zijn in de handelssector, financiële instellingen en specialistische zakelijke diensten hebben te kampen met financiële problemen. Deze drie bedrijfstakken waren goed voor bijna 50 procent van alle uitgesproken faillissementen in juni 2016. Hierbij moet wel aangetekend worden dat de bedrijfstakken voor de handel en de financiële dienstverlening de meeste geregistreerde bedrijven in Nederland vertegenwoordigen. Als men het aantal faillissementen afzet tegen het aantal bedrijven in de betreffende branche blijkt dat de horeca relatief met de meeste faillissementen te maken heeft. Door de aangekondigde Brexit is de verwachting dat het aantal faillissementen in de handel (export) en de financiële dienstverlening op termijn zullen toenemen. Aan de andere kant biedt de Brexit weer kansen aan bepaalde bedrijfstakken zodat daar het aantal faillissementen op termijn zal afnemen.

Betalingsmoraal:

Doordat de Nederlandse economie langzaam weer uit het dal kruipt is het betalingsmoraal bij consumenten stijgende. Nog steeds ligt het aantal leningen met een betalingsachterstand ruim boven het niveau van 2008 maar is het aantal wel gestabiliseerd. Ook is het gemiddelde betalingstermijn, dat sinds 2011 aanzienlijk was opgelopen, sedert begin 2014 dalende. In de zakelijke markt is het gemiddelde betalingstermijn van 45,9 dagen in 2011 zelfs teruggelopen naar 40,9 dagen in 2016. Het bleek zelfs dat sinds 2002, toen men begon met het registreren van het gemiddelde betalingstermijn, 2015 het beste jaar was als het gaat om betalingen. Typerend is dat de sector voor de zakelijke dienstverlening het snelst is met het betalen van de openstaande rekeningen terwijl de sector overheid & semi-overheid het traagst was met hun betalingen. Hierbij blijkt ook dat het consumentenvertrouwen in de Nederlandse economie aanzienlijk aan het toenemen is. Ondank dat de huishoudens meer geld in hun portemonnee overhouden is het bestedingspatroon slechts een fractie verbeterd. Ten opzichte van de Eurozone, waar het gemiddelde consumentenvertrouwen in juni 2016 is afgenomen, doet Nederland het dus goed. Ook incassobureaus merken dat de betalingsbereidheid bij consumenten toeneemt. Het blijkt zelfs dat het aantal opdrachten voor incasso’s afneemt waardoor de incassobedrijfstak voor zware uitdagingen komt te staan. Natuurlijk zagen we door de crisis een groei in het aantal incassobedrijven. Maar nu het economisch beter gaat met Nederland kan deze bedrijfstak zware tijden tegemoet zien. De vraag is dan wie de incassomaatregelen uitvoert ten opzichte van incassobedrijven die slecht betalen?

Een incasso:

Eerder hebben we al kunnen concluderen dat incassobureaus eigenlijk weinig maatregelen kan nemen als er geen gehoor aan een incasso wordt gegeven. Een incassobureau mag namens de opdrachtgever de correspondentie voeren zodat zij de vordering sneller kunnen binnenhalen. Indien de schuldenaar niet reageert op de incasso zal de eigenlijke schuldeiser gerechtelijke maatregelen moeten ondernemen. Vaak worden deze gerechtelijke maatregelen door het betreffende incassobureau geïnitieerd. Nadat een rechter een uitspraak in deze vordering heeft gedaan mag alleen een gerechtsdeurwaarder dwangmaatregelen treffen om de vordering binnen te halen. Om deze reden moet men de vordering van een incassobureau eerst uitvoering controleren op juistheid. Hierna is het verstandig om altijd te reageren op een brief van het incassobureau of een deurwaarder. Ook als men het niet eens is met de vordering is het verstandig te reageren. Zo kan een vordering verjaard zijn. Er is op een aantal uitzonderingen na een wettelijk verjaringstermijn van 20 jaar. Voor de uitzonderingen zoals geldleningen, periodieke betalingen (huur, energie enzovoorts) en onterecht ontvangen of betaalde bedragen, geldt een verjaringstermijn van 5 jaar. Ook kan het zijn dat men het niet eens is met de incassokosten, het ontbreken van een overeenkomst of het ontbreken van een leveringsopdracht. In dit geval dient het incassobureau de betreffende informatie toe te zenden zodat men de vordering alsnog kan controleren. Als blijkt dat de vordering terecht is kan men betalingsafspraken maken met het incassobureau. Als dit bureau akkoord gaat met de betalingsregeling mogen zij geen verdere incassomaatregelen treffen. Vraag in het geval van een betalingsregeling altijd om een schriftelijke bevestiging. Hoe dan ook; Ga niet zonder meer akkoord met een vordering en accepteer onder geen enkele omstandigheid dat een incassobureau jou onder druk zet.

Klachten:

Het mag duidelijk zijn dat het landschap van de incassobranche vertegenwoordigd wordt door reguliere incassobureaus (Deurwaarders) en malafide bureaus die zich met incasso trachten bezig te houden. Vaak gebeurt het dat consumenten op ontoelaatbare wijze onder druk worden gezet en worden zogenaamde kosten onterecht in rekening gebracht. Als een incassobureau of deurwaarder is aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen, kan men bij deze vereniging terecht met eventuele klachten. Ook loont het zeker de moeite om wanpraktijken onder de aandacht te brengen van de toezichthouders ACM en AFM zodat zij ook actie kunnen ondernemen. Interessant is ook om de wanpraktijken aan te melden bij de consumentenbond en de verschillende kritische mediaprogramma’s zoals Kassa van de Vara en Radar van AVRO/TROS.
Als een incassobureau niet is aangesloten bij de brancheorganisatie NVI zal men aanspraak moeten maken op de rechtsbijstand en zelf actie moeten ondernemen. Hoe dan ook: Een consument heeft meer dan voldoende mogelijkheden om malafide incassopraktijken tegen te gaan. Het belangrijkste is echter dat er een duidelijke wetgeving komt waardoor malafide incassobureaus geen recht van bestaan meer hebben.

Toekomst van de incassobureaus:

Wat betreft de toekomst van de incassobureaus ziet het er niet al te rooskleurig uit. Omdat Nederland langzaam uit de economische crisis opstaat en omdat het consumentenvertrouwen toeneemt worden minder incasso-opdrachten aan de incassobureaus gegeven. De concurrentie onder deze bureaus neemt aanzienlijk toe waardoor de zwakkere bureaus waarschijnlijk het onderspit zullen delven. Als er dan ook een nieuwe wetgeving komt waarin de eisen aan een incassobureau aanzienlijk hoger liggen, zullen meer van deze bureaus hun deuren moeten sluiten. De verwachting is dan ook dat het incassolandschap binnen een termijn van vijf jaar aanzienlijk zal veranderen. Malafide bureaus hebben dan geen bestaansrecht meer terwijl de reguliere incassobureaus zich aan meer regels en voorschriften moeten houden. De vrees is echter wel dat de malafide incassobureaus hun wanpraktijken zullen uitbreiden om alsnog een slag te kunnen slaan. Hopelijk houdt de politiek rekening met dit verschijnsel en zullen zij zorg dragen voor een betere bescherming van de consument.

Over Gerard Ubert

Een gestoord maar zeker creatief brein die in staat is om verschillende hersenspinsels op papier te zetten. Mijn specialisaties: Consumenten electronica, Sociale items en suggestieve blogs.

Kijk ook

De cloud

Wat doet mijn kind bij CKV?

Heb je een kind op de middelbare school, dan heb je misschien het vak ‘CKV’ …